Zaterdag 1 juni 2024 - Dagcursus "Eerst bewegen, dan leren" - locatie Surhuisterveen

Tonische Labyrintreflex

Fysieke uitingsvorm

Bij het voorwaartse tonische labyrintreflex zullen de schouders gebogen staan en is de algehele houding wat ineengezakt als iemand lang rechtop staat. Er is dan sprake van te weinig spierspanning.

Bij het achterwaartse reflex, zal iemand in rechtopstaande houding eerder op zijn tenen gaan staan, en houterig of schokkerig bewegen. In dit geval is er teveel spierspanning.

Symptomen bij een nog aanwezige Tonische Labyrintreflex

  • Last van wagenziekte
  • Problemen met rekenen
  • Moeite met wiskunde
  • Slecht evenwichtsgevoel

Er zijn twee vormen van het Tonische Labyrintreflex: een voorwaarts en achterwaarts reflex.

De voorwaartse reflex komt tevoorschijn in de baarmoeder, wanneer het hoofdje door de baarmoederwand naar voren wordt geduwd. Doordat de baby zich dan in de foetushouding trekt, kan hij/zij optimaal groeien. Rond 4 maanden na de geboorte moet deze reflex onder controle zijn gebracht van een hoger deel van de hersenen.

De achterwaartse reflex komt tevoorschijn wanneer de baby geboren gaat worden en het hoofdje de spildraai naar achteren moet maken, waardoor de armen en benen zich strekken en het kind geboren kan worden. Deze reflex zal langzaam onder controle gebracht worden, terwijl de Symmetrische Tonische Nekreflex en de posturale reflexen zich ontwikkelen.

Wanneer de Tonische Labyrintreflexen niet op de juiste tijd geremd worden zullen zij telkens het evenwicht uit balans brengen, en daarmee ook alle interacties met andere zintuiglijke systemen. De hoofdrechtingsreflexen zullen niet goed tot ontwikkeling kunnen komen en daardoor zullen de oogbewegingen gestoord worden.

Het effect

Het kind dat nog een tonische labyrint reflex heeft zal bij het lopen geen goede balans vinden. Hierdoor zal het kind bij elke beweging voor- of achterwaarts van het hoofd de spierspanning in rustpositie (spiertonus) verandert. Hierdoor wordt het kind uit evenwicht gebracht. Het kind heeft geen vast referentiepunt in de ruimte, waardoor het moeilijk wordt om afstand, ruimte, snelheid of diepte te schatten. Hierdoor zal het ook lastig zijn om links van rechts of voor van achter te onderscheiden.

Wanneer één segment van het systeem niet goed werkt zal het ook andere systemen storen. Zo zullen dan de ogen niet goed kunnen functioneren wanneer het evenwicht niet goed functioneert en omgekeerd. Het kind zal dit als normaal ervaren, omdat het nooit anders gewend is geweest.

Kinderen met een nog aanwezig TLR zijn vaak niet erg sportief, omdat zij onbewust weten dat hun evenwicht niet goed is. Zij hebben vaak ruimtelijke en visuele problemen en hebben moeite met het aanleren en onthouden van logische volgorden (b.v. de dagen van de week, de tafels, moeite met het leren klokkijken, het kunnen organiseren van de dagelijkse taken).

De tonisch labyrint reflex kan door de juiste reflexintegratie en de bijbehorende oefening geremd worden, hierdoor heeft het kind geen hinder meer door de gevolgen van de TLR.